De Hipper staat in But

Vrijdag 18 juni

Opdall- But, 224 km.

Het weer is vandaag niet best. Zwaar bewolkt, regen. We vertrekken op zijn elfendertigst en in Oppdal doen we eerst de boodschappen. Voor het eerst wat meer als brood. En dan moet ik toch wel zeggen dat ik blij ben met het voorraadje van thuis meegenomen. Want hoewel je alles kunt krijgen en de verhalen van lege groentevakken echt nonsens zijn, je bent toch wel het dubbele kwijt. Nu zaten daar wel een paar blikjes bier voor John bij die door de toegestane ingevoerde twaalf blikjes bier heen was, en alcohol is onbetaalbaar. Dat bleek ook toen we voor de zekerheid nog wat wijn mee namen omdat we nu bij zo’n staatswinkel waren en hoewel je er op voorbereid bent, het is toch wel schrikken. Snap niet dat er nog een dronken Noor aanwezig is.
We reden daarna een wonderschone route, weg 70. Naar Kristiansund. We wilden daar ook heen om dan via de Atlanterhavsvegen in de camping in Bud te komen die ons door de campingonderzoeker Marcel de Mol was aangeraden.
(Grappig, gisteren in gesprek geweest met een leuke Nederlandse vrouw waarin we plekjes uitwisselden en samen probeerden wijs te worden uit de Noorse gidsen en toen dat ook samen matig lukte ze verzuchtte, mijn man vindt alles via camping. nl, daar heeft hij een cd van. Zo ontmoet je de eigenaar van camping.nl waar je niets van wist en zo kom je mensen tegen die daar al lang mee werken)
De weg daalde snel. Je reed door een soort kloof naar beneden en links en rechts stoomden de watervallen. Dat wil natuurlijk wel met al die regen.
Onderweg komen we dan niet veel auto’s tegen. Wel een aantal malen een mede camperaar en het is altijd weer grappig, we wisten dat voordat we een camper hadden ook niet, maar camperaars groeten camperaars. Ze groeten niet naar caravanrijders, nee enkel naar de campers. In Frankrijk waren we er al aan gewend geraakt en eigenlijk is het een leuk gebruik. Zoals ik ’s morgens altijd vrolijk in het zwembad word als alle mede vroege zwemmers goedemorgen, goedemorgen zeggen. En zowaar, groeten de Noren op straat nauwelijks, de helft van de camperaars groet wel als ze uit Noorwegen komen. Het percentage Duitsers, Fransen, Belgen en Nederlanders ligt zeker op 90%.
Toen we beneden aankwamen, het regende constant en de lucht was zeer grauw en het was erg koud buiten, kwamen we aan ons eerste fjord. Het moet wonderschoon zijn met prachtig weer, dat kon je nu ook wel zien. We pauzeerden voor de lunch aan een plekje met uitzicht op dat fjord. Maar in plaats van buiten te genieten hebben we vanuit de ramen van ons verwarmde campertje naar een zeer mistig en grijs fjord gekeken.
Even later, we hadden Truus uitgeschakeld omdat die op de camping in
Bud afgesteld stond en John nu toch liever eerder een camping wilde hebben en ik bezig was die in te stellen kwamen we aan een grote brug. We dachten dat we rechtsaf moesten, maar dat lukte niet en voordat we het wisten waren we 92 nok armer en stonden we aan de andere kant. De nu ingestelde Truus op de camping in Kristiansund gilde enkel, keer om, keer om. Ja, goede raad is duur, omkeren ook, over de zelfde brug en weer 92 nok. Wat doen we. We zaten nu op de weg naar Molde. Ik keek op de kaart, nu jammer dan, dan niet die bruggen en we gaan over Molde wel naar Bud. Zo gezegd, zo gedaan, en na een tijdje hield ons Truusje ook op met gillen en nam de weg naar de camping op deze manier op.
De temperatuur tussen de twee Hipjes was wel enigszins gedaald tijdens al deze manoeuvres, zo van je had en je had niet, een beetje wat gedaald naar de buitentemperatuur buiten, maar doordat het einddoel nu in zicht was steeg ze gelukkig weer.
Helemaal toen we op onze camping stonden. We staan aan het fjord, met uitzicht opzij op een haventje en vooruit op een zeer onstuimig fjord. Een pracht gezicht. Het waait stormachtig, eigenlijk is het beestenweer. Maar ergens past dat wel bij zo’n plekje. Het is er niet druk, en de mensen die er staan zijn veelal hengelaars. Je kunt dan ook alles op visvangstgebied kopen in de campingreceptie.
John heeft ontvangst en kan de voetbal volgen, zeer belangrijk morgen. En mocht het mooi weer zijn morgen, (Ik heb er niet zo’n fiducie in) dan rijden we ’s morgens vroeg nog even de Atlanterhevswegen op en neer. Het schijnt een indrukwekkende weg te zijn, schiereiland naar schiereiland verbindend door zeer bijzondere en soms zeer hoge bruggen.
Het is grappig de mensen in dikke regenpakken kouwelijk tegen de wind in te zien gaan Het percentage mensen wat buiten hun camper staat te roken is groot, ook echtparen staan buiten te roken, het lijkt wel alsof de rokers gewend zijn om het enkel nog buiten te doen. Maar als het zo guur en koud is, smaakt de sigaret dan nog. Nou ja, toen ik zelf nog rookte deed ik het ook onder elke omstandigheid. Maar het is leuk om te zien, ook de hoge golven, de meeuwen, het enkel bootje wat vertrekt. Vooral als je in je verwarmde camper dit aan zit te kijken.
Ons campertje wat we vandaag voorzichtig Hipper hebben gedoopt. Vroeger hadden we het altijd over de Kip, toen we het over onze caravan hadden, dat mistten we nu. Ik had al de Zwaan voorgesteld, in tegenstelling tot de Kip, maart John vond dat niks. Ook niet de Hip in plaats van de Kip, dat was te veel geassocieerd met hemzelf. Nu hebben we het over de Hipper, vind ik wel prima, opvolger van de Kip, Hippen van de ene plek naar de ander en de associatie met onze naam.



Praktische informatie

Camping Pluscamp But.
Kmstand 62635
Bij kmstand 62616 36,50 liter benzine, 434 nok.
Brug tussen Jelkrem-Hogset, 92 nok.