Dinsdag tot en met vrijdag
Door: johanne
Blijf op de hoogte en volg John & Johanne
02 Juli 2010 | Noorwegen, Uvdal
Op een picknickplek aan het Lustrafjord, na Luster, tussen de Raumtunnel en Bringebakkan.
143 km gereden
Vandaag zijn we vroeg opgestaan en heb ik weer heerlijk gezwommen. Het water is zo koud dat al je haren overeind gaan staan en dat je wanneer je eruit komt helemaal tintelt.
We hebben de weg 55 genomen naar Lom, een prachtige route. Wat er op een aantal km allemaal aan natuurschoon langs komt is bijna onbeschrijfelijk. We rijden langs het Lustrafjord en gaan dan weer heel snel stijgen met scherpe haarspeldbochten. Komen op een pracht hoogvlakte uit waar de gletsjer is, sneeuwvelden en allemaal ijsmeertjes. Boven wordt café Hipper een berg café met de meest mooie uitzichten. We zien dan een aantal langlaufers met stokken naar boven sjouwen en ze vertellen dat er 400 meter omhoog een prachtige piste is.
Wij er achteraan. Ik zeg tegen de man, ik moet voor mijn vriendin die in Breda zelfs met een klein beetje sneeuw op die latten naar haar werk kwam daar zeker een foto van maken. Dan weet ze waar ze voortaan in de zomer op vakantie moet gaan. Ze blijven nog wachten totdat wij ook boven zijn gekomen zodat we de foto kunnen maken.
Het is een pracht wandeling. We zijn er daar intussen zoveel tijd mee kwijtgeraakt dat we niet meer op en neer naar Lom kunnen gaan. Het is of kiezen naar Lom door en daar blijven slapen of omkeren en naar beneden. Op internet had ik al gelezen dat Lom een toeristenstadje is met een mooi staafkerkje. Maar die hebben we al veel gezien. Wanneer we uitgewandeld zijn en weer bij de camper staan stopt er een Nederlands stel waaraan we vragen hoe de weg verder is. Dat is dalen tot Lom en niets anders als hier meer en Lom konden we overslaan als we al staafkerken gezien hebben, dus omgekeerd. Wanneer ik op de weg terug aan het Lustrafjord een foto wil maken van een mooi eilandje in het water, komen we op een picknickplek waar al twee campers voor de nacht staan. Een mevrouw waaraan we vragen of ze er vannacht blijft staan en of het kan zei dat ze er gisteren ook al heeft gestaan en dat op het eind van de avond er 8 campers stonden en zelfs een tent. Hert is dan ook een prachtig plaatsje. We besluiten te blijven en staan net zo mooi als gisteren op de camping.
Er komen inderdaad nog twee campers bij staan waaronder een Duits gezin met een klein kindje. We eten heerlijk aan de picknickbank aan de rand van het fjord. De ingevroren aspergemaaltijd die ik voor Nienke met haar verjaardag gemaakt had en die te veel was en ingevroren meegegaan is, smaakt opperbest.
De Duitsers barbecueën wel, wat ik hier van John niet mocht evenals eigen stoel en tafel buiten en de Nederlanders die bij gekomen zijn zitten nu ook met stoeltjes voor hun camper. Het wild kamperen moeten we nog wat leren. Wat kan wel, wat kan niet.
Intussen heeft John ook geleerd dat de tv ook zonder elektriciteit de hele avond werkt. Heeft naar de wedstrijd Spanje-Portugal gekeken. Ik ben nog een stuk nordic walking gaan doen en daarbij twee keer naar boven gelopen net zo lang dat je niet verder kon. Een keer kwam ik uit bij een boerderij met een pracht boomgaard en de andere keer bij een huis wat in een enorme wildernis stond. Ik heb langs de kant van de weg wilde aardbeien gevonden en geplukt. Ze smaken heerlijk.
Nu zit ik, het is kwart voor 11 ’s avonds dit verslag bij te werken op het bankje buiten. Het is nog heel licht. Op het eiland voor onze neus krijsen de meeuwen. Er woont ook een soort meeuw, groter dan een hond op het eiland. De andere meeuwen krijsen steeds en vliegen om hem heen. Hij blijft onverstoorbaar, van ik ben jullie toch de baas. We gissen wat voor beest het nu zou zijn. Bestaan er meeuwen met een zwart vederkleed die zo groot als een flinke hond zijn.
Het is ook grappig om te zien dat in de fjorden eb en vloed is. Het water is zich nu aan het terugtrekken. Een van de mensen die hier ook camperen is aan het vissen en heeft er een gevangen. Wanneer je zou willen zou je hier dus ook in het dure Noorwegen een tijdje voor niets kunnen leven. Vis uit het fjord, aardbeien uit de natuur.
Op de picknickplek is zelfs een wc en wastafel en een soort kleedruimte, ik denk voor mensen die willen zwemmen, zo netjes en proper. Ongelooflijk gewoon.
Praktische informatie.
Kmstand 63386
Diesel getankt in Sogndal, kmst 63249
Diesel 22 liter 273 kronen
Gas getankt 10 liter, 61 kronen
Overnachtingplaats N61graden 24.995
E.07graden 26.427
woensdag 30 juni 2010.
Luster-Flam 110km
Heerlijk geslapen op ons mooie plaatsje aan het fjord. Af en toe even wakker en dan hoorde ik regen op ons dak vallen, het zal toch niet weer! Wanneer we wakker worden is het grijs en de toppen waar we gisteren nog op reden zitten nu zwaar in de mist. Wij besluiten naar Flam te gaan naar het spoorbaantje wat in heel korte tijd 800 meter stijgt en iets heel bijzonders moet zijn. De enige gewone trein in Europa die dat voor elkaar krijgt .John is een echte treinfanaat en zou een reisje daarmee erg leuk vinden.
We komen weer langs het benzinestation waar we gisteren tankten en hebben met de rit naar boven aardig aan de benzinevoorraad gezeten. We tanken en een vlug rekensommetje geeft aan dat ons Hippertje wel erg dorstig is geweest, ongeveer 1 liter op 7,6 km. Nu was het ook hard werken met hellingen van 10%.
In Kaupanger bezoeken we nog een staafkerkje en gaan dan met de veerboot het Ardalsfjord over. Meteen daarna duik je een tunnel in van 6 km en even daarna de langste tunnel van Europa 26 km lang. We hadden gelezen dat men zorgde dat mensen niet in slaap vielen en ook met tunnelangst deze tunnel door konden. Om de 5 km zouden daarvoor zeer bijzonder lichteffecten zijn aangebracht. Ik had er me heel wat bij voor gesteld maar vond het eerlijk gezegd erg tegen vallen. Twintig minuten onder de grond met af en toe wat blauw licht maakt niet dat je je minder mol voelt. Op de foto’s zijn de effecten spectaculairder als in werkelijkheid.
Zo vond ik eerlijk gezegd ook naast de langste tunnel, de meest spectaculaire treinreis wat tegenvallen. Zodra we in Flam aankwamen bleek dat we nog een trein om kwart voor 3 konden nemen. De camper vlug op de camping naast het treinstation gezet en hup de trein in. Je klimt dan in een uur naar boven, overbrugt meer dan 850 meter. De uitzichten uit het raampje zijn erg mooi. Hoewel je het al rijdend bijna niet in de gaten hebt maakt de trein in de tunnels vaak een bocht van 180 graden waarin hij weer hoger is geklommen, een knap staaltje werk. Op een gegeven moment stopt de trein bij een waterval en dan mag iedereen de trein uit. Wanneer je dan op het plateau staat waar het water uit de waterval over je heen sprietst wordt boven je naast de waterval een uitbeelding van een Noorse sage gegeven. Een soort Lorelei- sage. De fatale vrouw die je door dans en gezang moest verleiden stond opzij van de waterval op een soort ruïne en kwam dan links, dan rechts, dan boven de ruïne in beeld. Knap gedaan door, dat kan niet anders, twee vrouwen met blonde pruiken en de zelfde rode jurken. Het zal je baan maar zijn, voor iedere trein die langs komt dit dansje van een paar minuten opvoeren, bij mooi weer, maar ook in regen en wind. Toen we later weer naar beneden gingen kregen we het zelfde schouwspel te zien. Achteraf gezien hadden we tot morgen moeten wachten en dan de trein vroeg naar boven moeten nemen en naar beneden dan lopen. Het is een 22 km dan weer naar Flam, maar van boven naar beneden was dat voor ons wel te doen geweest. Nu was het op en neer gaan leuk, maar de uitzichten vond ik niet veel bijzonderder dan dat ik al heel veel in Noorwegen had gezien. Maar we zijn verwend.
De camping valt ons bij thuiskomen mee. We hebben geluk dat we op het uiteinde van een terras staan en kunnen ver het dal in kijken. We zien de trein vanuit de camper dan nog een paar keer langs ons heen gaan. Maar in plaats van de overvolle coupe’s met toeristen zoals eerder op de dag is hij nu toch bijna leeg.
Praktische gegevens.
Overtocht veer, 91 Nok (werden voor 6 meter aangeslagen)
Benzine getankt in Sogndal km 63412, 22 liter, 276 kronen
Flamtrein 680 Nok
Km 63496
Donderdag 1 juli.
Een pracht dag. Wanneer we op staan schijnt de zon volop. Gauw een was draaien, er zijn meer mensen die zo denken. Bij de Duitse benedenbuurvrouw wappert de hele dag de was aan de lijn, als laatste vanavond 11 witte hemden wat me op het liedje brengt van 2 in de kast, twee in de was, een aan mijn lijf, dat zijn er vijf. En op de rest niet kunnen komen, irritant is dat.
John en ik vertrekken voor een lange wandeling, brood mee. We lopen eerst langs het fjord waar dezelfde boten nu liggen die we vorige week in Geiranger tegen kwamen. Zouden dezelfde mensen nog aan boord zitten of zouden ze aan een nieuwe cruise begonnen zijn? We klimmen dan flink naar boven, op een gegeven moment is daar de Preikestollen in het klein. Maar John vindt het niet goed dat ik er op klim, hij is als de dood dat ik over het vochtige mos zal uitglijden en naar beneden storten. Dus geen foto daarvan. Op een gegeven moment keren we wel om, het wordt smal langs richels en John had het met zijn hoogtevrees al lang volgehouden. Wanneer we om 4 uur op de camping komen is het dan lekker in de zon bijkomen. Het is zo warm dat ik zelfs onder de luifel in mijn zwempak zit. Wanneer we echter om half 6 in de schaduw van de berg komen te zitten koelt het meteen zo erg af dat je niet weet hoe snel je je zwempak uitrekt en warme kleren ervoor in de plaats stelt. In 5 minuten. Het geeft in een kleine essentie het weer in Noorwegen weer. Zodra de zon er is, onbewolkt, stijgt de temp. Wel tot 25 graden. Is hij weg of is hij er niet dan is het koud.
Morgen schijnt het nog redelijk weer te zijn en dan slaat het weer om. We zitten nu in een dilemma, gaan we verder of blijven we nog van de zon genieten. We zien het morgen wel.
Vrijdag 2-7-2010
Flam- Uvdal 260 km
We vertrekken toch. John heeft gisteren uitgemaakt dat we naar Geilo rijden, een plaatsje op de hoogvlakte Hardangervidda. We rijden over Voss omdat John geen zin heeft in het kleine maar veel kortere weggetje wat de TomTom aangeeft. Ik vind alles prima, het doel is niet de reden van de reis maar de reis zelf. We rijden weer langs een prachtige route. Wel zitten er een heel aantal tunnels in de route en daar heb ik altijd wel een hekel aan. Ze zijn smal, donker en het zijn af en toe ook net kurkentrekkers, om hoger te komen of lager heeft men in de berg een spiraalswijze tunnel geboord. Knap werk, maar de glijbanen in Center Parks vind ik ook niet leuk.
Net na Voss, boven op een berg staat een parkeerplaats helemaal vol met jonge mensen. Even later hangt er een groot lint over de weg en staan er ook al veel met name jonge mannen aan het begin waar start op staat met rollerskates. Dan komt er toch een weg met haarspeldbochten, 8% daling aan. Langs de zijkant heeft men overal autobanden gelegd en in de bochten oranje matrassen. We mogen nergens stoppen anders had ik die waaghalzen wel eens naar beneden hebben zien willen komen, dat je dat durft.
Na Voss is de weg dalend en stijgend, we komen weer aan bij een fjord waar we met het veer weer oversteken. John had me een lange overtocht beloofd, maar dat valt toch tegen. Het is heerlijk op het dek in het zonnetje te zitten. Maar veel te snel voorbij. Eidfjord het plaatsje aan het fjord waar we nu komen is precies zo’n plaatsje zoals alle plaatsjes aan het fjord. Wat winkels, een groot hotel, een camping, weinig huizen en een prachtig, nu ook blauw fjord. En enorm hoge, steile bergen aan de rand van het fjord. Sneeuw op de toppen van de bergen. Noorwegen is een plaatje als de zon schijnt.
Ik merk wel dat ik erg verwend ben geraakt. Ik haal er nu bijna mijn fototoestel niet meer voor te voorschijn terwijl ik in het begin van de reis maar bleef schieten.
We komen dan bij een waterval waar het water 148 meter in een nauwe kloof naar beneden dendert. Er is een regenboog boven het water, op de foto die ik nu wel maak komt het bijna niet te voorschijn maar het is een prachtig gezicht.
We komen weer op een hoogvlakte. De sneeuw is hier verdwenen. Her en der zie je nog plakjes sneeuw liggen waar mensen die, denk ik net in Noorwegen zijn, op dezelfde manier als wij in het begin van de reis, in gaan staan en met sneeuw gaan gooien. We komen in Geilo aan. Het is een wintersportdorp en de camping die er is, is helemaal niets. Er staat wel met grote letters op de ingang, voetbal en een aantal Nederlandse jongeren die raften, aan de spullen bij hun tenten te zien, zijn al helemaal in het oranje, maar er is geen enkel uitzicht als zicht op stacaravans.
De volgende camping is een uur verder in Uvdal, zullen we wel, zullen we niet. We halen het met de voetbal nog wel dus John zegt, dan gaan we verder. Wanneer we verder rijden krijg ik allemaal visioenen van geen schotelbereik bij de volgende camping, helemaal als we een dal in duiken. We komen langs een prachtig staafkerkje, dat is voor morgen en snel naar de camping.
En ja hoor, de schotel doet het en de wedstrijd kan gevolgd worden. Wanneer we dan ook WIFI hebben met gratis internet, (Op de vorige camping kostte het 50 Nok, twee uur, 6 en een halve euro bijna, voor geen goud dat ik dat doe) en dan zijn we allemaal gelukkig. Helemaal als Nederland dan nog wint.
In het zonnetje, aan een riviertje, waar de Noren zalm vangen, een prima overnachtingsplaats voordat we morgen Oslo aan doen. De omgeving is minder spectaculair dan veel plaatsen hiervoor, het lijkt wat op de Ardennen, dus ook heel mooi, maar wat zijn we verwend.
Dat blijkt ook als John uit het sanitairgebouw komt en zegt het is maar matig. We zijn echt paleizen gewend. Gisteren zat de Noorse eigenares van de camping in mijn bijzijn haar personeel op een vriendelijke manier terecht te wijzen. In de wasmachine zat in een hoekje nog opgedroogd zeeppoeder en met een tandenborstel kon je dat eruit krijgen. Vervolgens neemt ze deze machine zeker 5 minuten onder handen met de tandenborstel en vertelt mij het grote gemak van dit attribuut om schoon te maken en dat ze dat al haar personeel leert.
Vanavond weer lekker buiten eten. Heerlijk is dat als dat kan. John en ik hebben al gezegd dat we niet Nederland het waterland moeten noemen maar Noorwegen. Overal is hier water. De fjorden, de meren, de zee, de rivieren, de duizenden watervallen, overal is water, en helaas het valt ook vaak uit de lucht.
Praktische gegevens.
Km 63756
Diesel getankt 63710 31,5 liter 382 kronen.
Veerboot voor het Eindfjord 224 kronen
Camping Urval Resort 210 kronen.
-
04 Juli 2010 - 08:36
Toos:
hoi lieverds,
wat ziet het er prachtig uit; het is alleen al genieten om naar de foto's te kijken, wat moet het geweldig zijn dat allemaal mee te maken.
dikke kus,
Toos -
04 Juli 2010 - 15:50
:
Hallo, eindelijk weer normaal internet en tijd!! Door die twee schatjes van ons heb je niet altijd tijd om even rustig achter de laptop te zitten maar ja...het zij zo!! Leuk dat jullie op onze site hebben gereageerd. Wij reden daar weg richting de nationale park, richting Olden. Ik zag dat waar we heenreden echt veel en veel zware bewolking hing. Begon een beetje te balen dat we wegreden maar ja, we moeten verder. Toen we tussen de gletsjers reden had ik het echt benauwd, veel regen/mist en behoorlijk onweer!! Vervolgens gingen we een tunnel van ongeveer 10 km in, zonder verlichting!! Was even spannend! Hoe dichterbij we Olden kwamen, hoe meer het ging opklaren. We hebben daar in het zonnetje buiten gegeten en naar Holland gekeken. Dat het weer hier zo om kam slaan is wel mooi om mee te maken.
Nu zitten we in de buurt van Steinkjer, richting de Lofoten. We moeten wel vaak stoppen anders is het niet te doen voor de kinderen. Leuk om jullie verhalen te lezen. Ik las dat julie nog een week hadden, veel plezier de laatste week nog. In Nederland is het ook prachtig weer dus het is niet erg om naar huis te gaan! Groetjes en knuffels van de kids
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley